Rekenproblemen en dyscalculie

Onderzoek naar dyscalculie
JORTHO onderzoekt en begeleidt ook kinderen, jongeren en volwassenen met (vermoedens van) dyscalculie of rekenproblemen.

JORTHO staat ook ingeschreven bij het Kwaliteitsinstituut Dyscalculie als erkend diagnosticus (onderzoeker) voor Dyscalculie. JORTHO onderzoekt vanaf 2008 dyscalculie en is ook aangesloten bij de NVO (beroepsvereniging) Dyscalculiewerkgroep. Ook de cursus over het behandelen van dyscalculie van het Kwaliteitsinstituut Dyscalculie heeft Josien afgerond.

Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen berekenen’. Het is net als bij dyslexie in feite een andere term voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden, die niet worden veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs. Bij dyscalculie gaat het om ernstige en hardnekkige problemen met het leren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken-wiskundekennis (feiten/afspraken).

Deze definitie van dyscalculie geeft net als bij dyslexie een beschrijving van de problemen en noemt geen oorzaken of verklaringen.

Dyscalculie is een complexe stoornis omdat bij rekenen meer hersengebieden worden gebruikt, waaronder ook het taalcentrum. Een getal bestaat uit het woord ‘vijf, het cijfer ‘5’ en de hoeveelheid *****. Deze 3 aspecten bevinden zich in 3 verschillende hersengebieden. Een van deze 3 speelt ook een rol bij dyslexie. Daarnaast is bij rekenen ook nog het frontale hersengebied van belang, dat een rol speelt bij planning en probleemoplossing.

Rekengeschiktheid
In de eerste jaren van het basisonderwijs worden de basisvaardigheden van het rekenen intensief geoefend met het doel ze te automatiseren. Een leerling weet dan dat 5 plus 4 negen is en stapt moeiteloos over naar 15 plus 4 of 15 plus 14. Hetzelfde geldt voor eenvoudige aftrek-, vermenigvuldig- en deelsommen. Deze vaardigheden zitten dan opgeslagen in het lange-termijngeheugen en worden daar zo nodig zonder enige moeite (automatisch) uit naar boven gehaald. Er hoeft dan geen energie besteed te worden om eenvoudige sommen en onderdelen van bewerkingen uit te rekenen. Dat is handig, want een kind kan van opgeslagen kennis gebruik maken als de rekenopgaven ingewikkelder worden.

Kinderen met dyscalculie slagen er niet in zich deze rekenvaardigheden vlot eigen te maken. Er is bij hen sprake van een beperkte ‘rekengeschiktheid’ in vergelijking met wat ze kunnen begrijpen van rekenen/wiskunde.

Kenmerken van dyscalculie
Als u denkt dat uw kind dyscalculie heeft, kunt u dit herkennen aan een aantal zaken.

De leerling:

  • gebruikt simpele procedures (blijft bijvoorbeeld lang op de vingers tellen in plaats van te werken met clusters van getallen; 5, 10, 100 etc.)
  • maakt veel fouten in een stapsgewijze aanpak
  • heeft problemen met de volgorde van de te nemen stappen bij een bepaalde strategie
  • kan geen associaties maken met eerder opgedane kennis
  • heeft problemen met de plaats van getallen
  • maakt veelvuldig omkeringen van getallen

Verder zijn er een aantal algemene problemen bij kinderen met leerstoornissen te herkennen:

  • trager tempo
  • een ongunstig aanpakgedrag: een passieve of impulsieve aanpak
  • een minder goed werkend korte-termijngeheugen
  • een minder efficiënt gestructureerd lange-termijngeheugen
  • problemen met het vasthouden van de instructie
  • problemen om snel de essentie van een opdracht te doorzien
  • minder flexibiliteit in het overschakelen van het ene naar het andere niveau
  • moeite het eigen werk te controleren en te reflecteren op eigen werk
  • emotionele problemen, bijvoorbeeld faalangst

Bron: Balans oudervereniging voor ouders van kinderen met dyscalculie